Posts tonen met het label tekeningen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tekeningen. Alle posts tonen

donderdag 10 december 2009

Checkpoint

Er is een uur verstreken en nog mogen we niet verder. Bij een checkpoint even buiten de hoofdstad van Jemen, Sana’a, staat ons busje stil langs de weg. De Jemenitische studenten die wij, een groep studenten uit Nederland, hier voor een uitwisseling hebben ontmoet willen ons meenemen naar Shibam, Thula en Kokaban, drie oude dorpen buiten de stad. Nu de zon haar hoogste punt heeft bereikt is het binnen drukkend warm, maar onze gids heeft liever niet dat we uitstappen. Zelf staat hij met de chauffeur in de zon en kijkt ongeduldig om zich heen. Dan stapt hij op de twee douanebeambten af die midden op de weg staan. De mannen zijn traditioneel gekleed, in een lang wit shirt of djellaba met een goudkleurig ceintuur om hun middel waarachter een kromme dolk, een djanbiya, is gestoken. De een heeft zijn geborduurde sjaal losjes om zijn hoofd geknoopt, de ander draagt hem over de schouders. Een moderne toevoeging, populair onder de mannen hier, is het donkergrijze colbertje dat ze allebei over hun djellaba dragen. Om hun schouders bungelt een geweer. Ze tillen een mondhoek op om onze gids kort te antwoorden, hun wangen staan bol van de blaadjes qat waar ze op kauwen. De gids druipt af, een frons op zijn voorhoofd. Het is duidelijk dat we hier nog wel even staan.

zaterdag 15 augustus 2009

'Gelijktijdigheid'

Uit Ik was nooit in Isfahaan van Tommy Wieringa. Uitgeverij De Bezige Bij 2009, pagina 136.

'Een van mijn terugkerende verbazingen gaat over de gelijktijdigheid der dingen. Dat is niet zomaar iets. Het is even eenvoudig als verbijsterend en komt erop neer dat ik me de zes miljard mensenlevens die zich tegelijk met het mijne afspelen niet kan voorstellen. Het aantal van zes miljard is onbelangrijk, het kunnen er ook honderd zijn of elfduizend nog wat. Het gaat om het onbegrip over de synchroniciteit van al die mensenlevens die alleen door ruimte worden gescheiden. Ik moet aannemen dat de ander bestaat, maar zie hem niet. De maat van mijn wereld is het erf, de vrienden, de familie. Krant, televisie en internet brengen het bestaan van de ander niet dichterbij, hooguit verlenen ze het de status van een mogelijkheid. Pas wanneer ik de ander in het echt zie, krijgt hij de urgentie van een feit. Vandaar dat het besef van de gelijktijdigheid me meestal overvalt wanneer ik reis. De reis confronteert me met mijn plaats in de wereld: dit alles was er voordat ik het zag, het zal er nog zijn als ik weer vertrokken ben. Dit is ontmoedigend en hoopvol, en laat zien waarom reizen enig belang heeft: het toont ons splinters van de rijkdom van het leven op aarde.'

'Hun bestaan is bewezen, pas nu ben ik in staat tot een vorm van compassie.'


zaterdag 13 september 2008

Home sweet home

Tekeningetjes van Steffen, Magali en Gefion bij ons thuis.