dinsdag 10 maart 2009

Pleisterplaats tussen Oost en West

Erasmus Uitwisselingsverslag

Gepubliceerd in ROest, Tijdschrift voor Geschiedenis, Cultuur en Media. Nr.38, december 2008, pagina 22 t/m 23. Foto's van Einfach Amin.

Het is drie uur 's middags en ik zit in de kantine van de Satralistanbul campus, een van de drie complexen van de Bilgi Universiteit in Istanboel. De koks, serveersters en de keukenhulp hebben pauze en zitten links van me aan de lunch. De linzensoep, rijst en börek met spinazie en kaas worden weggespoeld met ayran, een karnemelkachtig drankje met yoghurt, water en zout. De vrouwen dragen een hoofddoek, in tegenstelling tot de studentes aan de andere tafels die hun goed gekapte blonde en bruine lokken los laten hangen. Nee, één meisje draagt toch een hoofddoek, een zilverkleurige, boven haar zwarte trui, hippe Mavi-jeans en All-Stars.
Hoewel de rechterlijke macht van Turkije het dragen van een hoofddoek op universiteiten verboden heeft, knijpt de Bilgi Universiteit een oogje toe. Het is een van de duurste, meest moderne universiteiten van het land, en de studenten betalen grof geld om hier te kunnen studeren. Misschien wordt het dragen van een hoofddoek daarom wel gedoogd. Maar het lijkt ook een teken van erkenning van de cultuurverschillen die Turkije herbergt.

Kakofonie
De Bilgi Universiteit laat zich graag voorstaan op haar vooruitstrevende, open karakter. Met drie campussen middenin de meest beruchte sloppenwijken van de stad verzorgt de universiteit naschoolse opvang en huiswerkbegeleiding voor de kinderen uit de buurt. Als de bus weer eens laat is wandelen we door de nauwe straatjes van Tepebaşı of Kurtuluş naar huis. Het is een wirwar van waslijnen, elektriciteitskabels en mandjes die aan een touw naar beneden worden getakeld, een kakofonie van het geschreeuw van spelende kinderen, het gemompel van bijeen drommende mannen, het schelle geroep van vrouwen driehoog voor de inhoud van hun mandje en het getoeter van een enkele auto die hier durft te rijden. En nergens houdt het op.

Waar je ook gaat in Istanboel, overal wordt geroepen, getoeterd, geduwd en gevochten om een plekje, al is het nog zo klein, in deze pleisterplaats tussen Oost en West.

Door de uiterst gunstige ligging rondom de waterstraat tussen twee continenten is Istanboel al eeuwenlang een aantrekkelijke plaats voor nationale en internationale gelukzoekers. Het precieze aantal bewoners lijkt nooit te kunnen worden vastgesteld, maar ligt momenteel ergens tussen de twaalf en zestien miljoen. Waar je ook gaat, van het centrale plein Taksim tot in de conglomeratie van krotten in Eminönü, van de brede winkelboulevards in Kadiköy tot in de smalle straatjes van de kunstenaarswijk Cihangir, van de vismarkt naast de Galatabrug tot in een moskee in Eyüp, overal wordt geroepen, getoeterd, geduwd en gevochten om een plekje, al is het nog zo klein, in deze pleisterplaats tussen Oost en West. Zelfs de veerpont biedt geen uitkomst: de kapitein wacht net zo lang tot de boot volgeladen naar het andere continent kan. Maar de wind, de hoge donkere golven, het geroep van de meeuwen en het voorbijglijdende stadsgezicht vol minaretten bieden toch telkens weer een ervaring. En de gedachte dat je in een klein half uurtje van Europa naar Azië vaart, blijft verbazen.

Burası Türkiye
Het Westerse mantra ‘time is money’ kennen ze hier niet. Terwijl de bus naar huis op het punt staat om weg te rijden wacht ik nog steeds ongeduldig op mijn simit, een broodring met sesamzaad. De verkoper maakt echter rustig zijn praatje af, bestelt nog een kop çay in het nabijgelegen café en vraagt dan of hij het in moet pakken. ‘Burası Türkiye, herşey mümkün’ gaat het door me heen. Het is Turkije, alles is mogelijk.
Ook in Istanboel lopen de dingen altijd anders dan je had verwacht. Een overkoepelend, verordonnerend stadsbestuur lijkt afwezig: mannen zonder uniform halen het vuilnis op, lassen zonder masker een uithangbord vast en verkopen overal dezelfde waar. Met karretjes vol stekkerdozen, armbandjes of theedoeken proberen ze dag in dag uit hun kostje bij elkaar te schrabbelen. En dat vol goede moed.
De speelsheid en de behulpzaamheid van de lokale bewoners is telkens weer ontwapenend. Als buitenlander betaal je misschien meer en moet je altijd langer wachten. Maar ondertussen beland je wel op aparte plaatsen, drink je sloten thee met de vriendelijkste mensen, en leer je dat, ook al duurt het wat langer, het uiteindelijk allemaal wel goed komt. ‘Inşallah’, als God het wil tenminste.

Emma Bijloos is derdejaars student Algemene Cultuurwetenschappen en studeert een semester aan de Istanbul Bilgi University in Istanbul.

maandag 9 maart 2009

Beyond the Obvious: Independent Artist-run Spaces in Istanbul

A critique on the climate for contemporary art in Istanbul and the role of independent artist-run spaces

Published on the online platform LabforCulture under Resources for Research/Publications, 2009.

'The aim of this paper is to discover more about the relationship between independent artist-run spaces in Istanbul and their cultural, social, economic and urban environment.
Covering a broad range of topics, it is of interest to anyone who would like to learn more about contemporary art in Istanbul and Turkey.'


Click here to go to the publication.

zondag 1 maart 2009

Halfbakken en heetgebakerd

Reportage: Hedendaagse kunst in Istanbul

Gepubliceerd in ROest, Tijdschrift voor Geschiedenis, Cultuur en Media. Nr.39, maart 2009.

De hedendaagse kunst in Istanbul is volop in ontwikkeling. Maar de onafhankelijke projectruimtes hebben het niet makkelijk. Overheidsbemoeienis vormt nog altijd een groot probleem. ‘In Turkije wordt je altijd in de gaten gehouden, maar het is nooit duidelijk hoe je officiële toestemming kunt krijgen.’

Lees verder (pagina 34 t/m 37).