donderdag 10 december 2009

Checkpoint

Er is een uur verstreken en nog mogen we niet verder. Bij een checkpoint even buiten de hoofdstad van Jemen, Sana’a, staat ons busje stil langs de weg. De Jemenitische studenten die wij, een groep studenten uit Nederland, hier voor een uitwisseling hebben ontmoet willen ons meenemen naar Shibam, Thula en Kokaban, drie oude dorpen buiten de stad. Nu de zon haar hoogste punt heeft bereikt is het binnen drukkend warm, maar onze gids heeft liever niet dat we uitstappen. Zelf staat hij met de chauffeur in de zon en kijkt ongeduldig om zich heen. Dan stapt hij op de twee douanebeambten af die midden op de weg staan. De mannen zijn traditioneel gekleed, in een lang wit shirt of djellaba met een goudkleurig ceintuur om hun middel waarachter een kromme dolk, een djanbiya, is gestoken. De een heeft zijn geborduurde sjaal losjes om zijn hoofd geknoopt, de ander draagt hem over de schouders. Een moderne toevoeging, populair onder de mannen hier, is het donkergrijze colbertje dat ze allebei over hun djellaba dragen. Om hun schouders bungelt een geweer. Ze tillen een mondhoek op om onze gids kort te antwoorden, hun wangen staan bol van de blaadjes qat waar ze op kauwen. De gids druipt af, een frons op zijn voorhoofd. Het is duidelijk dat we hier nog wel even staan.