zondag 24 augustus 2008

Disneyland

Avril 14th, Aphex Twin. Pianoklanken vullen mijn kamer. Hoe heerlijk om weer eens je eigen, vertrouwde muziek te horen na dagenlang Turkse hits. Overal en altijd staat er wel een televisie of radio aan, er is geen ontkomen aan. In de kantine, een overdekt plein midden op de campus, staat een enorme jukebox, zodat de ‘balkanbeats’ doordringen tot in je slaap. Ik zet m’n headphones op en drijf weg. All cats are gray, The Cure. Il secondo Giorno, Air.
Aan de andere kant van de kamer zit mijn Poolse kamergenoot Kasia over haar bed gebogen. Het is alsof ze iets uitdenkt. Of ik in God geloof, vroeg ze me een week of twee geleden. We keuvelden een tijdje over God of wat dat ook mag zijn. Mijn beeld schoot duidelijk te kort.

Leuk, zo'n excursie
‘Emma!’ Ik stijg op vanuit de diepste diepte en kom sputterend boven. Gefion en Steffen lachen om mijn schrikreactie. De bus staat voor de ingang van de campus. Na een vreselijke excursie zijn we eindelijk terug op de universiteit. Wat een picknick had moeten zijn was een peperduur ontbijt in een of andere chalet in de heuvels. Wat een wandeling naar een waterval had moeten zijn was een glibberige klimtocht op slippers. De teamleiders, twee Turkse studenten en een coördinator, liepen achteraan te puffen en bleken uiteindelijk de weg niet te kennen. Bezweet en uitgeput werden we vervolgens naar een kledingbazaar geloodst, en daarna naar de kust.

Als we aangeven geen zin te hebben in nog een excursie, bijten de teamleiders ons toe: ‘You have to obey the rules. We cannot obey you, you have to obey us!’

Turkish Disneyland
‘Een soort Disneyland’ was wel het laatste waar we op wachtten. Hordes schreeuwende kinderen gleden, klommen en reden door een plastic pretpark aan de kust. Een ijsje was het enige wat nog een beetje verkoeling kon bieden in deze hel van zongebleekte krokodillen, dinosaurussen, Smurfen, Flinstones, prinsessen en paddenstoelen. Hoe haalden die studenten het in hun hoofd ons hier naartoe te brengen? Hoe konden ze denken dat we daar zin in zouden hebben?
Ik was duizelig van de hitte en van vermoeidheid. ‘Gooi me maar in water.’ Steffen wreef in z’n handen, maar ik bedacht me en klom met Gefion in een rond rubberbootje. ‘Come on, it’s stupid here anyway!’ Vastbesloten Steffen en Csaba er flink van langs te geven probeerden we in volle vaart op hun bootje af te koersen. Twee volwassenen was het speelgoed toch wat te veel, en na een paar lullige duwtjes was de lol er vanaf. De teamleiders stelden voor nog een park te bezoeken. Ik zei dat niemand daar zin in had. Dat was voor onze teamleiders echter geen argument. ‘You have to obey the rules. We cannot obey you; you have to obey us!’ Gelukkig waren ze in de minderheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten